TADY DOMOV MÁM
hudba J. Hutka, text J. Hutka, 1974




Prázdná slova znějí krajem nalomených duší
Není, kdo by hlavu zvednul k hrdé otázce
Ach, jak je to povědomé, to je píseň krajiny mé
Tady domov mám

Otrok, který táhne valník pozlacených dějin
Mlžný příkaz zbabělosti však jen rozdává
Obléká se do legrace, nemá už nikoho v lásce
Tady domov mám

Nedostane na vybranou, odevzdal svou vůli
Jazyk nechal ladem ležet, půdu neorá
Přistoupil na ponížení, chce jenom přežít na zemi
Tady domov mám

Oči sobě zacloňuje když sluníčko svítí
Když se jasné slovo mluví, uši zacpává
Má strach, když se vítr zvedá, leká se deště, co padá
Tady domov mám

Ze dne na den beznaděje kráčí směrem nikam
Nemá, co by komu dal, jiným to zazlívá
Je jak hora unavený, jako potok pokřivený
Tady domov mám

Když poprvé uhodilo, už zapálil svíci
Když na střechu liják padl, duši ďáblu dal
Před vichřicí strachy zbledl, založil ruce a sedl
Tady domov mám

Nevím, kde mám zahnat hlad, když doma říkaj: Nejez
Nevím, kde mám promluvit, když doma říkaj: Mlč
Nemohu se nadechnouti, nemám koho obejmouti
Tady domov mám

 



HIER IS MIJN THUIS Překlad Gerd Helmer Lege woorden klinken ´t land door van geknakte zielen Niemand hier die nog zou opstaan voor een trots verwijt. Dit ´s een lied van toebehoren aan de streek waar ´k ben geboren. Hier is mijn thuis. Wie als slaaf de kar moet slepen van vergulde historie toont alleen een mistig voorbeeld van lafhardigheid Achter grappen blijft hij binnen maar kan niemand meer beminnen Hier is mijn thuis. Ingelevert is zijn wil, hij heeft niet meer te kiezen laat de akker van zijn taal braak liggen, ploegt hem niet. Hij wil, blind voor eigen waarde, enkel voorbestaan op aarde Hier is mijn thuis. Als de zon schijnt, dan beschermt hij afgewend zijn ogen voor een helderklinkend woord stopt hij zijn oren dicht Een windvlaag doet hem verbleken regen is een onheilsteken Hier is mijn thuis. Zonder hoop dag in dag uit, beweegt hij nergens heen Niemand heeft hij iets te geven, scheld op iedereen als een berg vermoed en willig als een beek zo krom en grillig Hier is mijn thuis. Toen de eerste donderslag viel, stak hij kaarsen aan Toen het kletterde op het dak, heeft hij zijn ziel verkocht Voor de storm van schrik bevangen liet hij hoofd en handen hangen Hier is mijn thuis. Waar moet ik mijn honger stillen, als men thuis zegt: eet niet Waar kan ik nog één woord spreken, als men thuis zergt: zwijg! ´k Sterf als ik mij niet kan warmen Als ik niemand kan omarmen Hier is mijn thuis.